Hoe beoordeel je de impact en wat is de meerwaarde van een biobased object? Alles over LCA, MPG en MKI.
Is biobased altijd duurzamer en hoe weet je of je de juiste keuzes maakt? Door goede inzichten en een marktgedragen labeling kunnen we hierin stappen maken. Wat is er nu al beschikbaar en wat moeten we als sector hierin nog leren en ontwikkelen?
Olga van der Velde | NIBE
Verdiepingssessie 2, Instapniveau
Vooral interessant voor opdrachtgevers, architecten, leveranciers, aannemers
Samenvatting van deze sessie
Olga van der Velde (NIBE) vertelt in deze sessie over hoe biobased materialen zijn
te meten. NIBE is een onafhankelijk, toonaangevend, maatschappelijk betrokken
adviesbureau op het gebied van duurzaam en circulair bouwen. Ruim 30 jaar adviseert
NIBE, opdrachtgevers in de B&U en GWW sector, zowel nationaal als internationaal, bij het
optimaliseren van hun impact op het milieu. Hun opdrachtgevers zijn overheden, ontwikkelaars, woningbouwcorporaties, aannemers,
architecten en producenten van bouwmaterialen.
Een Environmental Product Declaration (EPD) geeft inzicht in de milieuimpact van
een product. Het is een onafhankelijk geverifieerd document dat transparante en
vergelijkbare milieuinformatie over een product communiceert. Een EPD is het resultaat
van een levenscyclusanalyse (LCA), die de totale milieubelasting van de volledige
levensloop van een product inzichtelijk maakt. Dat wil zeggen van grondstofwinning tot
afvalverwerking.
Er is een lijst van milieueffecten die binnen een LCA berekend wordt. Klimaatverandering
is bijvoorbeeld één van die milieueffecten. Deze wordt berekend in kilo’s CO2-equivalent.
CO2-equivalent is een optelsom van verschillende soorten broeikasemissies. Hierdoor
kan je naast CO2 ook andere broeikasemissies meerekenen en uitdrukken in één getal.
Voorlopig worden er nog geen berekeningen gedaan voor biodiversiteit. Dit is namelijk
nog niet goed genoeg doorontwikkeld. Daarnaast wordt CO2 opgeslagen in biomassa wel
berekend, maar weegt dit niet mee in de MKI (zie hieronder).
Als vervolgstap, kunnen deze berekende milieueffecten worden doorgerekend naar de
milieukosten. Dit eindgetal is ook wel bekend als de milieukosten indicator (MKI). De MKI
is gebaseerd op de ingeschatte maatschappelijke kosten die gemaakt moeten worden
om de milieu-impact weer terug te draaien. De MKI’s van alle producten in een gebouw
kunnen dan bij elkaar worden opgeteld tot de Milieu Prestatie Gebouw (MPG). De MPG berekening is verplicht vanuit het bouwbesluit voor nieuwbouw. Deze wordt van MPG ≤
1,0 nu, voor woningen afgeschaald naar de verplichting van een MPG ≤ 0,5 in 2030. Een
LCA van een bouwproduct kan na externe review ook worden opgenomen in de Nationale
Milieu Database (NMD). LCA’s zijn geen verplichting vanuit het bouwbesluit bij GWW, maar
er worden wel vaak vanuit opdrachtgevers in aanbestedingen eisen aan gesteld. Tot slot,
sluit Olga af met een lijstje van biobased producten en hun MKI/m2 waarden.
Om bewust te kiezen voor een duurzaam bouwproduct beschikt NIBE over de NIBE
Milieuclassificaties. Dit is een waardevolle materialendatabase met meer dan 1.500
generieke producten waarvan de milieuimpact door NIBE in kaart is gebracht. Met de
NIBE Milieuclassificaties is het mogelijk verschillende producten onderling met elkaar te
vergelijken.
Voor meer informatie: http://www.nibe.info
NIBE onderscheidt zeven milieuklassen. Uitsluitend de meest milieuvriendelijke
producten binnen een bepaalde toepassing komen in aanmerking voor DUBOkeur®.
Milieuklasse 1 als beste keuze, milieuklasse 2 als goede keuze. DUBOkeur® is een
uitstekende manier om op een onafhankelijke manier aan te tonen dat een bouwproduct
tot de meest duurzame bouwproducten in zijn toepassing behoort.