In één jaar tijd hebben we als Nederlanders te maken gehad met hevige overstromingen in Valkenburg (juli ’21), droogterecords (augustus ’22) en bosbranden op je vakantieadres in Frankrijk (juli ’22) waardoor je je camping moest ontvluchten. De gevolgen van klimaatverandering worden steeds tastbaarder. We kunnen klimaatverandering niet meer tegengaan, maar het nog wel afremmen. Daar is een veelvoud aan oplossingen voor nodig, waarbij de basis het gebruik van een ander kompas moet zijn: denken in CO2-budgetten in plaats van CO2-reductiedoelstellingen. Elk project krijgt een maximale hoeveelheid uit te stoten CO2. Daarmee wordt het onderdeel van de ontwerpopgave, die voor ontwerpers meteen interessanter wordt en zal leiden tot veel innovatie in de bouw. De basis voor dit kompas is het carbon budget denken.
Ons klimaatbeleid is op dit moment veel te defensief en zelfs met de meest ambitieuze doelstelling – 60% minder CO2-uitstoot in 2030 – stevenen we af op 2 graden opwarming van de aarde. We zullen sneller en effectiever onze uitstoot terug moeten dringen om onze aarde leefbaar te houden.
Tot 2030 moeten er ongeveer één miljoen passende woonruimten worden gerealiseerd en acht miljoen worden na-geïsoleerd. De miljarden die daarmee gepaard gaan zijn potentieel een enorme katalysator voor biobased en industrieel bouwen als de bouw de drietrapsstrategie van carbon based design omarmd: preventie, waardebehoud en waardecreatie. Daarnaast is het cruciaal dat de uitstoot van de bouw wordt teruggedrongen om continuïteit van de woningbouw te borgen. Bouwen zonder uitstoot voorkomt dat bouwprojecten stilgelegd moeten worden.
Biobased en industrieel bouwen is allang niet nieuw meer, er kan al heel veel en er zijn steeds meer uit te voeren projecten. We zullen zo snel mogelijk serieus op moeten gaan schalen. Marktpartijen moeten hun beste beentje voor zetten en biobased bouwen als het beste alternatief presenteren, maar we zullen ook een ander spel moeten gaan spelen. Een spel waarbij de grenzen van de planeet centraal staan: