Naar de hoofdinhoud Naar de navigatie

Vind snel antwoord op je vraag

De Cirkelstad Academie is een dynamisch platform waar kennis dagelijks groeit. Maar met zoveel informatie kan het zoeken naar een helder antwoord soms best uitdagend zijn. Daarom hebben we de meest gestelde vragen hier voor je gebundeld. Overzichtelijk, to-the-point en gekoppeld aan de thema’s en tools die je verder helpen. Staat jouw vraag er niet tussen? Laat het ons weten. Samen maken we de Academie elke dag slimmer.

Wat betekent ‘bouwen binnen planetaire grenzen’ in de praktijk?

Bouwen binnen planetaire grenzen betekent dat we onze impact op de aarde beperken tot wat ecologisch verantwoord is. Concreet gaat het om het minimaliseren van CO₂-uitstoot, het beperken van grondstofverbruik, het hergebruik van materialen en het ontwerpen van gebouwen die passen binnen circulaire principes. De Cirkelstad Academie biedt de tools en voorbeelden om dit praktisch te maken.

Hoe begin ik als gemeente met circulair aanbesteden?

Start met het formuleren van een heldere ambitie, leer van andere gemeenten via praktijkvoorbeelden en gebruik formats uit de Academie zoals het Ambitieweb of het afwegingskader circulaire aanbesteding. Je vindt in de Academie ook voorbeeldbestekken, gunningscriteria en handleidingen.

Welke wet- en regelgeving is relevant voor circulair bouwen?

Belangrijke kaders zijn de CSRD, de Omgevingswet, het Bouwbesluit en Europese taxonomieën. De Academie bundelt actuele wet- en regelgeving, vertaald naar de praktijk, zodat je snel inzicht hebt in wat verplicht is en waar ruimte zit voor vernieuwing.

Wat is de rol van sloop in de circulaire bouweconomie?

Sloop is een waardevolle fase waarin materialen worden geoogst voor hergebruik. Door goed vooronderzoek, materiaallijsten en samenwerking met slopers kunnen waardevolle grondstoffen behouden blijven. In de Academie vind je formats, onderzoeken en praktijkvoorbeelden.

Wat zijn de voordelen van biobased bouwen?

Biobased bouwen verlaagt de CO₂-footprint, draagt bij aan gezonde gebouwen en maakt gebruik van hernieuwbare grondstoffen zoals hout, vlas of hennep. De Academie biedt overzichten van biobased materialen, voorbeeldprojecten en berekeningstools.

Welke tools zijn er beschikbaar voor circulaire gebiedsontwikkeling?

De Academie biedt o.a. gebiedsscans, taxatie-instrumenten, beleidskaders en procesmodellen. Deze helpen je om circulaire ambities ruimtelijk te vertalen, op te nemen in tenders en te monitoren tijdens de realisatie.

Hoe betrek ik de keten bij circulair bouwen?

Betrek partijen vroegtijdig, werk met gedeelde ambities en organiseer gezamenlijke sessies. In de Academie vind je formats voor samenwerkingsovereenkomsten, procesvoorbeelden en tips voor ketenregie.

Wat zijn concrete stappen voor hogescholen om met circulariteit aan de slag te gaan?

Begin met bewustwording bij docenten, verwerk circulaire thema’s in onderwijsmodules en betrek studenten bij praktijkonderzoek of living labs. De Academie biedt toegang tot lesmaterialen, minoren, onderzoek en projecten van andere hogescholen en universiteiten.

Waar vind ik praktijkvoorbeelden van circulair bouwen?

In de Academie is een groeiend aantal praktijkcases opgenomen, gerangschikt per thema of sector. Van sloopprojecten tot gebiedsontwikkeling en van biobased pilots tot circulaire aanbestedingen: elk voorbeeld bevat leerpunten, documenten en betrokken partijen.

Hoe blijf ik op de hoogte van nieuwe kennis en documenten binnen de Academie?

Via de maandelijkse nieuwsbrief van Cirkelstad, LinkedIn-updates en het gebruik van filters in de kennisbank. Nieuwe content wordt uitgelicht op de homepage en gekoppeld aan relevante thema’s.

Circulaire Restwaarde Methodiek: Waarom is het afschrijven naar een restwaarde van 0, zoals in de huidige praktijk voornamelijk gebeurt, onrealistisch en onwenselijk?

De gemiddelde levensduur van schoolgebouwen in Nederland is 69 jaar[1] Deze link opent in een nieuw tabblad, terwijl schoolgebouwen vaak in 40 jaar worden afgeschreven. Door deze ‘mismatch’ zijn de afschrijvingslasten over het algemeen onrealistisch hoog, waardoor in de business case voor nieuwbouw de investeringsruimte onnodig klein wordt gehouden. Het resultaat is dat er te weinig nieuwbouw gerealiseerd en de kwaliteit van de gerealiseerde gebouwen vaak laag is. Kansen om duurzamere en circulaire schoolgebouwen te creëren blijven door deze financiële uitdagingen onbenut, waardoor er jaarlijks onnodig veel onderwijsbudget naar het onderhoud van gebouwen gaat.

Circulaire Restwaarde Methodiek: Wat zijn de voordelen van het opnemen van restwaarde op de balans versus het verlengen van de afschrijftermijn?

Er zijn twee concrete oplossingsrichtingen om de mismatch tussen boekhouding en realiteit te overbruggen: langere afschrijftermijnen hanteren, of het opnemen van een restwaarde op de balans. De eerste oplossingsrichting is problematisch, omdat: 1) er bij aanvang een grote onzekerheid is over de uiteindelijke levensduur van een gebouw(deel) en het ook lastig is om die als een uitkomst van een berekening te benaderen, 2) er met het verlengen van de afschrijftermijn de prikkel wegvalt om circulair te bouwen, omdat het marginale voordeel kleiner wordt ten opzichte van de rest van de exploitatie. Tot slot is er nog een duidelijk argument in het voordeel van de oplossingsrichting om restwaarde op te nemen, te weten: 3) er logischerwijs een meerwaarde toegekend kan worden aan gebouw(del)en die een langere levensduur en/of gebruiksduur kennen, wat het verhogen van de circulariteit in het ontwerp van het schoolgebouw(deel) bevordert.

Circulaire Restwaarde Methodiek: Wat zeggen de voorschriften van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) over de toepassing van restwaarde in de gemeentelijke begroting?

De Commissie BBV heeft als taak zorg te dragen voor een eenduidige uitvoering en toepassing van het BBV. In aanvulling op het BBV zelf, heeft de commissie in de Notitie Materiële vaste activa verdere invulling gegeven aan de voorschriften voor gemeenten.[2] Deze link opent in een nieuw tabblad Hierin staat expliciet opgenomen dat:

“Er kan afgeschreven worden tot € 0 of er kan rekening worden gehouden met een restwaarde.”

Verder kan worden opgemerkt dat:

“De restwaarde is de schatting, tegen het prijspeil van het moment van ingebruikname, van de opbrengst die na de gebruiksduur nog gerealiseerd kan worden, verminderd met de te maken kosten voor verwijdering of vernietiging van (delen van) het actief. Er wordt bij de bepaling van de restwaarde dus geen rekening gehouden met mogelijke waarde-veranderingen vanwege inflatie of deflatie, veranderende marktomstandigheden en dergelijke. De restwaarde dient reëel en per actief te worden geschat.”

Hoewel men in de praktijk vanuit het voorzichtigheidsprincipe dikwijls gewend is om schoolgebouwen af te schrijven naar een boekwaarde van €0, blijkt uit deze toelichtingen dat het toepassen van de CRW methodiek passend is binnen het BBV en dat hier ook de voorkeur naar uit zou moeten gaan, omdat deze een reële inschatting vertegenwoordigd in tegenstelling tot het uitgangspunt van €0 boekwaarde.

Circulaire Restwaarde Methodiek: Er is momenteel geen certificering voor het uitvoeren van restwaarde berekeningen. Op welke manier is consistentie van de uitkomsten van een restwaarde berekening geborgd?

De CRW methodiek kent een stevige objectieve onderbouwing die gebaseerd is op een reeks aan objectieve en vastgelegde methodes, normen en waardes. Zo wordt onder andere gebruik gemaakt van de landelijk geaccepteerde standlosmaakbaarheidsindex.[3] Deze link opent in een nieuw tabblad Dit zorgt voor uniformiteit in de toepassing en daarmee ook uitkomsten van de methodiek. Er wordt verder ook gewerkt aan een verankering van de methodiek bij de Nederlandse Vereniging van Bouwkostendeskundigen (NVBK). 

Circulaire Restwaarde Methodiek: Aan welk normeringskader wordt getoetst bij het controleren van een restwaarde berekening? Welke verankering en/of herijking vindt er plaats op dit normenkader?

De berekening van de CRW methodiek maakt gebruik van enkele verifieerbare normen, waaronder enkele NEN-normen en openbare standaardwaardes. De standaardwaardes worden beheerd door het onafhankelijke landelijke coöperatie Cirkelstad. Cirkelstad voert regelmatig een herziening uit op de actualiteit van zowel de methodiek als gehanteerde onderliggende standaardwaardes.